18 Eylül 2020 Cuma

DE RODE FIETS




DE RODE FIETS

 

Het regent al twee dagen, alsof de regen onophoudelijk uit glazen wordt geleegd. Het is vreemd maar er vormen zich geen plassen in de straat. Ik kan er niets aan doen mij te verbazen waar zoveel water naar toe gaat. Ik maak voor het eerst mee dat het zo lang regent. Het  is nogal koud.

Alhoewel er vanuit de hemel naar de aardoppervlakte vloedwater discreet naar beneden valt, gaan de mensen onverstoord met de fiets naar hun werk of school. Het ritme van het leven gaat zonder onderbreking in hetzelfde tempo  en harmonie door.

Mijn vader zegt dat hij een fiets voor mij gaat kopen. Dat maakte me zo blij dat ik hem een aantal keren op de wang kuste. Ik zei dat ik graag een rode wilde hebben. Hij zal vandaag of morgen de fiets wel kopen, hoop ik. In dit kleine land heeft iedereen wel een of twee fietsen. Voor elk gebouw staan op z’n minst dertig à veertig fietsen waarbij de een op de ander ligt en die met kettingen op slot zijn. Ik denk niet dat Nederlanders arm zijn maar de meeste fietsen zijn oud. Ik vermoed dat het hen niet uitmaakt of hun fiets oud of nieuw is. Als zij zo denken, is dat natuurlijk goed oké.

          Het is herfst. Op de dag dat wij aankwamen werden we verwelkomd door een stormachtige wind. Om precies te zijn was het geen warm welkom.  We hadden niet de verwachting dat wij met de rode loper zouden worden ontvangen, maat de eigenwijze wind waaide al bulderend van alle kanten tientallen bladeren in het rond. Het stof van onze voeten verspreidde zich naar ons haar en gezicht. Zoveel verontwaardiging op de eerste dag! Eigenlijk een gastvrijheid om je voor te schamen.

          Natuurlijk bleef er geen stof op onze schoenen liggen. Als ik zeg dat we met een slecht humeur werden ontvangen, dan denk ik dat het zo is. De droge en geelgekleurde boombladeren bedekten de voetpaden en straten. Nadat de bladeren door de wind omhoog werden geblazen en samen met de wind in onze gezichten, bleven ze in de gleuven van de muur bewegingloos liggen. Het is de eerste keer dat ik zoveel boombladeren bij elkaar zie. Ik zal hier een principe uit de doeken doen dat alles verklaart. Zolang de droge en geel geworden bladeren in de lucht rondvliegen, kun je niets zien. Met het liggen van de storm in de namiddag, landen de gevleugelde bladeren een voor een als een mus op de grond. Eenmaal op de grond verlaten de bladeren de gedaante van een mus en vormen ze weer een geel tapijt.

Nee, ik moet terugkeren naar de plaats waar ik toen bij de eerste gelegenheid kwam. Het is in Diyarbakir nog niet koud geworden. Trouwens, het is een week geleden dat ik in dit verre land verre land ben aangekomen. Of ik wel of niet zal wennen, weet ik niet. Mijn vader is al achttien jaar hier. Omdat zijn verlangen naar ons ondraaglijk werd, haalde hij mijn moeder, mijn dertienjarige zus Zelal en mij naar Nederland. U zult vast wel willen weten hoe mijn naam is? Ik heet Halil en ik ben zestien jaar jong. Mijn snor en baard geven mijn gezicht geleidelijk aan een nieuwe vorm. Een nieuw gezicht waardoor ik mij vreemd voel, maar duurt niet lang. Daar ik eindelijk bij mijn vader ben, heb ik veel tijd om hem te imiteren.

          Ik laat mijn kindertijd langzaam maar zeker achter mij. Mijn eerste schreden in een moeilijke tijd. Mijn vader wilde dat de naam van mijn grootvader in mij zou voortleven. Ik houd van mijn naam. Misschien wel omdat ik van mijn grootvader Halil houd. Hij is niet met ons meegekomen. Mijn oma is twee jaar geleden overleden. De toestand van mijn grootvader op die dag zal mij altijd bijblijven. Hoe hij zo eenzaam achter bleef. Hij was kleiner geworden, als een afgebroken tak die met angst naar beneden viel. In zijn ogen die op de kleur van de zon lijken, kon je dit heel makkelijk zien. Door hem zo achter te laten denk ik dat zijn eenzaamheid ook ondraaglijk werd. Ik weet niet wat er dan in zo’n situatie met je gebeurt. Toch was hij bij mijn ooms en de rest van onze familie, waarbij hij het gemis van Zelal en mij diep in zijn hart voelde. Als ik daar zou blijven zou mijn vader hetzelfde gemis ervaren. Hier heb ik een betere toekomst.

          Veel vrienden die ik vertrouw en lief zijn, waren wel achter gebleven. Ik mis ze nu al. Hoe we elkaar voor de gek hielden en plaagden. Dat ik kon genieten om met hen samen te zijn. Elk van hen was zoveel als een broer van mij, Zou ik dezelfde vriendschappen kunnen krijgen? Dat is voor mij nu de grootste zorg.

          Zelf heb ik nooit een fiets gehad. Fietsen heb ik op de fietsen van mijn vrienden geleerd. Ik denk dat mijn vader, als hij van zijn werk thuiskomt mijn fiets zal meebrengen. Hij kan zo komen. De deurbel kan elk moment gaan. Als ik mijn fiets krijg kan ik dan in deze regen wel fietsen? Eindelijk kwam mijn vader opdagen én wel met een rode fiets, ja echt heel mooi. Ik kon mijn ogen bijna niet geloven. Urenlang zou ik er naar kunnen kijken. Het leek wel of mijn

handen de lamp, de bel, het stuur, het zadel en de voor- en achterkant met bewondering liefkoosden. Ik voelde mij enorm gelukkig. Ik ging met mijn fiets er op uit, ook al regende het hevig.  En ook al waren mijn moeder en vader wat bezorgd, beloofde ik ze dat ik snel zou terug komen. Is het niet zo dat Nederlanders in dit weer wel op de fiets zitten?

          Op de snel ronddraaiende pedalen liet ik ons huis meer en meer achter me. Als mijn vrienden er bij waren, wie weet hoe jaloers ze zouden zijn. Ik zou zonder aarzeling ze op mijn fiets laten fietsen.  Zo graag zou ik willen dat mijn opa dit moment van geluk kon mee maken.  Hem gelukkig zien is voor mij het allerbelangrijkste. Zijn liefde en goedkeuring ervaren. Ik geloof dat het mij tegen het kwaad zal beschermen. De ogen van mijn gevoelige opa wisten zich meteen met tranen te vullen. Ik kan de blikken van mijn vrienden en van mijn opa niet goed uit mijn hoofd zetten. Ik mis ze! Zeven dagen ben ik van hen weg, maar het voelt als zeven jaar.

          Ik ben erg nat geregend. Mijn bovenlichaam en hoofd zijn drijfnat. Ik had beloofd dat ik snel weer thuis zou komen, maar ik ben al een uur buiten. Ik moet terug gaan want ik ben al aardig ver van huis. Dat lijkt wel leuk, maar welke weg moet ik terugnemen? Ik denk dat ik verdwaald ben en begin bang te worden, want waar ben ik? Het blijft hard regenen. Onder een dakrand van een huis kan ik schuilen en wacht af. Niemand komt of gaat. Hoe zou ik een voorbijganger in een taal die ik niet ken, vertellen dat ik verdwaald ben. Daarbij weet ik ook ons adres niet. Het was een gebouw van rode baksteen bestaande uit vier verdiepingen. De straten zijn kopieën van elkaar zoals je in Diyarbakir,

Dagkapi, Urfakapi, Yenikapi en de Mardinkapi hebt. Kunt u zich een stad zonder poorten voorstellen? Als ik in mijn stad  zou zijn, zou ik niet verdwalen, maar zou dat wel zo wezen er op dat ogenblik ik weet niet hoeveel mensen om mij heen draaien om mij te helpen.

          ‘Mijn broeder, van wie ben jij er een? Waar is jouw huis? Hoe heet jouw vader?' Een ander zou zich er meteen mee bemoeien.

          ‘Hou op met het stellen van vragen en pak hem bij de andere arm beet zodat wij hem omhoog kunnen helpen.’

          Met soortgelijke kreten in mijn hoofd viel ik na een tijdje in slaap onder een trap waar ik schuilde. Tijdens dat slapen moest ik zoveel hoesten, waardoor de verontruste bewoners van de bovenste verdieping de politie belden. Met politiesirenes en blauwe zwaailichten keerde ik terug naar de bewoonde wereld. Ze vroegen me de hemd van het lijf, waar ik niets van begreep. Ik kon geen enkele vraag beantwoorden. Ik zocht naar mijn fiets maar die was nergens te zien en was behoorlijk in de war.  

          Twee politieagenten pakten mij gelijktijdig bij de armen beet. Ze sleepten me naar de politieauto waarvan de sirenes uitgezet waren. Ik verzette mij, maar de agenten waren zeer sterk. Ik kon geen weerstand bieden. Voortdurend keek ik achter mij en zocht naar mijn kostbare rode ‘schat’. Wat zal ik tegen mijn vader en moeder zeggen? De dag waarop ik aankwam,  werd de dag waarop ik verdwaalde.

          Op het politiebureau wachtten mijn vader en moeder die  ongerust waren, op mijn komst. Toen ik binnenkwam overlaadde mijn moeder met veel affectie. Zij droogde mijn haren en hoofd met de handdoek die een agent haar had aangereikt. Aan de ene kant drukte zij kussen op mijn voorhoofd, dat van koorts leek te branden en ook op mijn wangen. Aan de andere kant kreeg mijn vader verdere informatie van de politie.

          Na te zijn verzonken in de wereld van mijn dromen, moet er iemand daaruit geweest zijn die net zo nat was als ik en die er met mijn fiets vandoor is gegaan. Dit betekent dat het niet uitkomen van mijn dromen nu genoeg was. Hij heeft geen geweten, waardoor hij het geluk in mijn hart niet kan zien.

          Mijn vader werd niet boos. Alleen omdat ik niet thuis was op het beloofde tijdstip, vond hij dat wel vervelend. Ze waren bang omdat ze dachten dat ik misschien in een van de kanalen zou zijn gevallen.  Hij zei verder dat ik mij geen zorgen hoefde te maken om mijn fiets en dat hij met geld van zijn salaris weer een nieuwe zou kopen. Ik wilde dat de fiets opnieuw rood van kleur zou zijn.

          Wel een maand moet ik wachten om mijn fiets in handen te krijgen. Tot die tijd zou ik vanwege het missen van mijn vrienden en van mijn opa nieuwe vriendschappen kunnen sluiten. Morgen ga ik voor het eerst naar school. Ik krijg les in een taal waarvan ik geen woord ken.  Hoe zullen de kinderen in de klas naar mij kijken, lachen en voor de gek houden.

          Misschien zou ik vriendschap sluiten met een meisje met blond haar en rode wangen, dat mij zou denken aan Nederlandse rode tulpen en zoals de kleur van mijn fiets die ik kwijt ben? Ik zou haar van school halen en haar met mijn fiets naar huis brengen. Ook zou ik haar hand  vasthouden  en haar blonde haren met mijn vingers kammen. Ik zou haar omhelzen en met een grote glimlach een foto van ons samen laten maken. Deze fantasie dromen van ons zou ik dan naar mijn vrienden sturen die ik heel erg mis.

          Het is beter om ze niet naar mijn opa te sturen want dan zou ik mij wat schamen!

          Nu voel ik mij niet op mijn gemak en heb veel twijfels. Ik ben bang. Denkt u dat de vader van het blonde meisje net zo boos wordt als de vaders met enorme snorren uit Diyarbakir? Ik denk niet dat hij een snor heeft, maar zouden ze mij met een dikke stok slaan terwijl ze daarbij ‘die straat is van jou en deze straat is van mij ’roepen en me verjagen. Zullen ze me als een hond laten leven die ze verwaarlozen. Zal mijn wereld ineenstorten? Zullen ze de vaders uit mijn stad na-apen? Zullen ze met de snelheid van het uitspugen van een haar mij genadeloos met de stok in hun handen op mijn hoofd, mijn rug of mijn achterste slaan? Ik weet dat u zegt dat het zo niet zal gaan, het echt niet kan.

          Dit was jaren geleden. Ik kan nu pas over mijn weggestopte gevoelens praten. De tijd is als water weggevloeid. Ik ben nu in de veertig. Mijn vader is met pensioen. Ik ben met een bloedmooie vrouw getrouwd. Haar haar heeft niet de kleur geel van Nederlandse tulpen. Het is niet anders, maar is zo zwart als steenkool. Ik houd erg veel van haar. Net zoals mijn ouders heb ik een dochter en een zoon. Ik ben niet geslagen door Nederlandse vaders. Zo’n gewoonte hebben ze niet.

          Ik heb nog steeds mijn rode fiets. Ik pas er goed op en sper mijn ogen wijd open om alles goed in de gaten te houden, hij heeft geen enkele kras.  De herinnering blijft levend. Ik heb alleen de handremmen en de banden vervangen toen het noodzakelijk was. Mijn opa leeft niet meer en ik blijf hem missen. Ik bezoek al mijn vrienden als ik naar Diyarbakir ga. Ik heb Nederland aanvaard en mijn draai gevonden en ik houd van Nederland. Amsterdam is mijn tweede stad geworden die mij dierbaar is. Kort gezegd, ik ben gelukkig, Ik hoop dat iedereen die deze alinea’s leest ook gelukkig is.

 

 

Amsterdam, 17 november 2018.

 

 

 

 

Vertaling : Corry de Broer

12 Eylül 2020 Cumartesi

KÖR ZEWE VE MANDELA




KÖR ZEWE VE MANDELA

        

           İki yıl gibi sıkıntılarla geçen uzun bir aradan sonra biricik anacığım, nam-ı diğer Kör Zewe ile memleketimiz Ankara’da birlikteyiz. Başkent aheste adımlarla yol alan mevsime, bir kez daha kendisine has griliğiyle yeni renklerle kendisni süsleyeceyini vaat eden hazan mevsimine içten merhaba diyor. 

Eylül ayı, Temmuz ve Ağustos aylarının o bunaltıcı sıcaklarını en nihayetinde alıp bir yerlere götürdü. Düşmeye yüz tutan zümrüt yapraklar, bir o kadar kıymetli olan birer altına dönüşmek üzereler. Kaldırımları ve sokakları her daim olageldiği gibi, çok da geçmeden altın renkli yapraklar kaplayacak. Görünen o ki; insanlar bu mevsimde sokaklarda daha telaşlı bir koşturmaca içinde mi oluyorlar gibi. Çıkan rüzgara kapılıp davranışları ve yürümeleri daha mı aceleci bir hal alıyor? Bilemedim. Kimi canlılara göre ise, beraberinde duygulu yüreklere tatlı bir hüzün, muhteşem bir gülümseme eşliğinde gelip kendisine ayrılan tahtında bağdaş kuracak.

        Büyük bir özlemin ardından bir araya gelme fırsatını nihayet yakaladığım anacığım Kör Zewe artık iyiden iyiye yaşlanmış. Bize reva görülen uzun bir ayrılığın hasretliğini gideriyoruz. Hemen edindiğimiz duygu sanki iki yıl hiç de ayrı kalmamışız gibi kapıldığımız his. Öylesine ayrı, öylesine yalnız kalanlar bizler değildik. Bu ayrılık ve diğer ayrılıklar hiç yaşanmadı. Yanyanalığımız kaldığı yerden devam ediyor. Yine de büyük bir merak ve anlatılmaz bir özlem ile torunlarının sevgisinin dolup taştığı yüreğini bir anda orta yere koyuyor. Orta yerde kıpır kıpır kuş misali kanat çırpan telaşlı bir anne yüreği. Oğullarım 'Filinta nasıl? Robin nasıl?' diye kırpıştırdığı kestane rengi gözleri ile ağzımdan çıkacak kelimelere pür dikkat odaklanıyor. Çocukların artık büyüdüklerini, birer yetişkin birey olduklarını, sevindirici olan sorumluluklarını bildiklerini, sağ olsunlar iyi birer insan olma çabası verdiklerini, okullarında, işlerinde babaları bendenizin gösteremediğim başarının çok üstünde bir başarı gösterdiklerini, biraz da bir baba gururu ile dilim döndüğünce anlatmaya çalışıyorum. Büyük bir mutluluk duyuyor ve rahatlıyor. Fersiz gözleri ışık saçar hale geliyor.

        Torunlarını her yönü ile merak ediyor. Çünkü onları çok az gördüğünden bir o kadar da az tanıyor. Tanımasının azlığı da kendisinin olarak gördüğü bu insanları her yönü ile tanımak istiyor. Heyecanını dindirdi. Durdu. Gözlerinde tüten torunlarının da 'başka ülkelere tatile gidip gitmedikleri' gibi bir kaygıya kapılıp sordu. Her ikisinin de tatil için farklı ülkelere gittiklerini, dünyanın başka diyarlarını onların da çok merak ettiklerini ve hatta Robin’in neredeyse dünyanın büyük bir bölümünü Marco Polo misali gezdiğini söyledim. İki ay kadar önce de Robin’in Güney Afrika’yı da kapsayan uzun soluklu farklı bir geziden döndüğünü anlatım. 

        Annemde merak bitmiyordu. Her kurduğum cümlenin ardından onun kafasında oluşturduğu merak zincirine yeni bir halka ekleniyordu.

        “Güney Afrika neresi?” diye sorunca ben de belki hatırlamasında yardımcı olur diye;

        “Mandela’nın ülkesi var ya, orası işte,” demek durumunda kaldım. 

        Bunun üzerine annem kızlarını istemeye gelen pilotların, doktorların, avukatların ve mühendislerin kollarında getirdikleri rengarenk çiçek buketlerinin yanı sıra lüks kutularda yer alan “Madlen” çikolatalarının üzerinde onlarca yıl geçse de ağızlara verdiği o “bitter” tadın etkisinde kalmış olacak ki;

        “Mandela çikolata değil mi?” diye sordu. Önce gülümsedim. Ne diyeceğimi şaşırdım. Çok yerinde ve güzel bir benzetmeydi. Mandela bundan daha güzel anlatılamazdı.

        Tutuklu konuşan halimle anneme Mandela’yı ve onun verdiği özgürlük mücadelesini anlatma zorluğunu doğrusu göze alamadım. Bunun üstesinden gelemeyeceğimi o an anladım. Varsın, annem bu güzel insanı çikolata olarak hatırlıyor-biliyor olsun. Böylesi daha güzeldi. Fazla derine inmeye gerek görmedim. Dünya insanlığının anısı önünde saygı ile eğildiği Madiba Amcam da zaten çikolata gibi değil miydi? Hani biraz da “bitter” türünden.

        Allah daha uzun ömürler versin. Annem Kör Zewe de Mandela’nın mücadelesinden tamamen bihaber, onun kim olduğunu bilmeden günün birinde bu dünyadan göçüp gidecek. “Apartheid” savaşçısının o büyük mücadelesi, annem Kör Zewe gören tek gözü ile Madiba hakkında bilgilere, aynı zamanda şimdilerde biraz da ağır işiten kulaklarına ulaşmamış. Ne dersiniz, anneme Mandela’yı yine de anlatmaya çalışsam mı? Veya tutuklu konuşma halimle beni zora sokmadan, siz bu pek de kolay olmayan işi üstlenmek ister misiniz?

 

Amsterdam, 12 Eylül 2018

 

 

6 Eylül 2020 Pazar

LO SENE PIX EDEREM HA!




LO SENE PIX EDEREM HA!

 

Yazmak gibi biteviye bir didinim içinde olan şair Refik Bey, henüz ülke çapında hak ettiği istenilen üne sahip değildi. Ancak şiirlerinin belli bir okuyucu kitlesinin dilinde dolaşması, zevkle okunması ve gelecek vaat etmesi kendisinin ziyadesi ile mutlu olmasına yetiyordu. Edineceği ünü aslında hiç de umursadığı yoktu. Yükü duygu olan yüreğindekileri insanlarla paylaşımı çok daha önemliydi. O gece gündüz yazmak yazmak durumundaydı. Duygularını nadasa bırakmak gibi bir lüksü zaten yoktu. Bu hayatının bittiği ile eş anlamdaydı. Büyük harfli cümleler kurmak gibi bir iddiası da yoktu. Sadece dağarcığındaki kelimelerle oynamak onu yeterince mutlu ediyordu. Dimağında ele geçirdiği her harfi bir bir bacaklarından kavrayıp oraya buraya çekiştirmenin tadına doyum olmuyordu. Zihninde avlamaya çıktığı kelimeleri uzun uzun süzer ve ardından hangi şiirde, hangi mısrada birer kelime halinde yer edinmeleri konusunda kendi kendisine fikir teatisinde bulunurdu.

Hangi sözcük insanı alıp götüren bir sevda şiirinde yer almak istemezdi ki? Refik Bey’e göre “her kelime sabahın köründe uyanır uyanmaz kendisini zaten şiir hissediyordu.” Sözcüklerin de dünyanın dillerinde kendilerine göre gururları vardı. İnsanların dilinde telaffuz edildikçe her kelime iyiden iyiye mayışır ve kendilerinden geçerlerdi. Lakin yine de kelimelerle oynamak çocukların saklambaç veya çelik çomak oynamasına pek de benzemiyordu. Bunun için belli bir ölçü ve tartıya gereksinim vardı. Kullanılacak terazinin hassasiyetine diyecek olmamalıydı. Bu birimleri yakalamak da ustalık gerektiriyordu. Bunlar edinilmese, gösterilen uğraşı laf u güzaf olarak olduğu yerde kalakalırdı.

Sözcüklerle bu denli iç içe olan yaşantısını düşünedururken bir an kalakaldı. Durdu. Çıt çıkmayan bir sessizliğe büründü. Düşüncelere daldı. Gözlerinin önünde bir anda binlerce kelime “nanik” yapıp serçeler misali uçuştu. Ne kadar da çok evsiz, barksız, sahipsiz ve başıboş sözcük vardı. Başlarında bir çatıdan yoksun kelimelerin inanılmaz yoğunluğuna şaşakaldı. Sonsuz sayıdaki bunca kelime neden şimdiye değin bal tadında bir cümlede yer alıp okuyucularının hayal dünyasında yer almamıştı. “Başkalarının da bu denli çok sözcüğü var mıdır, acaba?” diye düşünmekten kendisini alıkoyamadı. 

Gözlerinin önünde uçuşaduran bütün bu kelimeleri bir bir hizaya getirip anlam kazandırmalıydı. İçinde bulunduğu uğraş anlamlı ama bir o kadar da sonsuzluğu olan bir güzellikti. Kelimeler böylesine başıboş uçuşmamalıydılar. Korunaklı bir çatı altında toplanmalarının zamanı gelmişti. İyide bu "ha demekle" olacak iş değildi. Her biri olması gereken yerde yerini alıp şiir, roman, öykü ve köşe yazıları olarak yüreklerdeki yerlerini almalıydılar. Kuşlar misali onları evrene salmalıydı. Böylelikle daha bir anlam kazanıp bir araya gelmeleri ile bir öyküye dönüşebilirlerdi.

Ah Türkçe dili ah! Öylesine karmaşıktı ki, her defasında hayretler içinde kalıyordu. Her yörenin kendisine göre kelime dağarcığı olduğu gibi, aynı zamanda şiveleri de aynı zenginlikteydi. Başka dillerden pek çok kelime kabarık sayfalı sözlüklerde ve Türkçe diline konuk olarak gelip kalmışsalar da zamanla entegre olmakta fazla zorluk çekmemişler. Bazı harflerle başlayan tek kelime Türkçenin olmaması çok şaşırtıcıydı. M, L ve J harfleri ile başlayan bütün sözcükler yabancı kökenliydi. Ve çoğu zaman bu kelimelerin kullanımı ile ifade edilmek istenenler daha yerli yerine oturuyordu. Teknik, tıbbi, hukuk ve bilimsel konularda bu kelimeler kullanılmaksızın kaş göz yarsanız da meramınızı istenildiği gibi anlatamazsınız. Yöreye göre lisan öylesine bir farklılık alır ki, çoğu ifade edilmeye çalışanı anlamakta büyük zorluklar yaşarsınız. Refik Bey bu konu ile oldukça ilgiliydi. Edindiği tecrübe ile artık bütün yörelere mahsus olan bu söylemleri anlayacak kadar bilgi sahibi oldu. Lakin Türkiye bu açıdan çokça renkli bir coğrafyaydı. Kulaklarını tırmalayan her yöresel konuşma onu hem güldürüyor hem de çok hoşuna gidiyordu.

Egeliye kulak verdiği zaman onun aynen şöyle çıkışına tanıklık ediyordu.

              “Akideş, götüyü vereceksen götüyü ver, götüyü vermeyeceksen götüyü verecekler var. Hadi diyiver gaadeş. Asfalyalarımı attırma. Niredeyse ımızan (ramazan) geldi. Ne bakıp durun? Hönkürüde (orada) dikelip durun. Götüyü vermezsen ben de garıgola (karakol) gitçem.

Diğer taraftan Trakyalı söze girer ve gösterisini aynen şöyle sürdürür.

          “Er gün aber salarım Asana a be yapasın bu işi derim.” Refik Bey içsesi ile kendi kendisine söylenmekten kendisini alamaz.

“Kardeşim neler oluyor orada? Hasan ne zaman adını değiştirdi de Asan oldu. Hasan kimi astı da Asan oldu? Nereye gitti bu koskocaman H harfi? Yedin mi? Yuttun mu? Nedir kardeşim bu senin yaptığın? Kaşla göz arasında iki ayağının üzerinde sapasağlam yere basan “H” harfini nasıl da iç ettin. Evet bencileyin bir şair, yani Refik olarak ben dahi harfleri ayaklarından yakalayıp sadece sallıyorum. Olmadı ama Hamdi. Pardon Amdi sen zavallı harfcikleri gözümüze baka baka resmen boğazlıyorsun. El insaf yani.”

Serhat ili Kars’ a da Türkçe yol alıp ulaşana kadar bir hayli deforme olur. Belki de ulaşma işi sıcak bir yaz ayına denk geldiği için sözcükler iyiden iyiye yayvanlaşmışlardır.

“Gardaşımla barabar yaylaya gidecağdığ uyuya galmışım.” Harfler nasıl da Kars’a gelene kadar “K” inanılmaz bir dönüşümle “G” haline geldi. Bu durum aynen D ve T harflerinin de kaderidir.

“Taha yeni tiktirdiğim köhneğimin üzerine süt töktüm. Hanımdan bi tayak yemediğim kaldı. Başımdan aşağ kaynar sular töktü.” Aynı şaşkınlık bu diyarda da böylesi bir halde görülüyordu.

Karadeniz Bölgesine gelindiğinde de renklilik bir hayli artıyordu. Bir akarsu coşkusu ile bir dil gürül gürül konuşuluyordu.

“Sizleri Pilmem ama Penum Pabam, Annem, Emicelerum, Tedelerum, Tedemun tedesi boyle konuşuyorlar. Yani içabinda pen da bazen boyle konuşapiliyorum... Habu kismi unutmiştum, temeden keçemeyurum. Bilirsinuz, Alamanya’ya çok kurbetçi göndermiştur karadenuz… Bunlar Malum Almançayi da  teğuşturduler... Bizumkiler:  ‘Danke Schön...’ diyemeyur..  yerine ‘Tançe Şon…’  kullaniyurlar…”

İç Anadolu bölgesini gözünün önüne getirdiği zaman da havada ilginç pek çok sözcük uçuştu.

-Gadasını aldığım (Günahını aldığım anlamında sevgi gösterisi.)

-Nöryon? (Ne yapıyorsun, nasılsın?)

-Galaba (Kalabalık)

-Göbel (Yaramaz, aptal, çocuk)

-Zaar (Galiba)

-Ellam (Herhalde)

-Bıldır (Geçen yıl)

Ve ülkenin kalbinde yer alan İç Anadolu bölgesinde de daha yüzlerce kelime böylesine bir üslupla sürüp gidiyordu.

Ülkenin dört tarafından buna benzer şivelerin manzaraları Refik Bey’i şaşkına çeviriyordu. Bu büyük bir zenginlikti ve bunun korunması için gereken çaba gösterilmeliydi. Ama her geçen gün bu konuda alabildiğine bir erozyonun yaşandığı da başka bir gerçekti. Refik Bey en çok da Diyarbakır şivesine katıla katıla gülerdi. Şiirlerinde bu söylencelere yer vermek istese de bütün ustalığına rağmen bunu doğal haliyle yerli yerine kondurmak hiç de olası değildi. Çiçek nasıl dalında güzelse, bu söylenceler de bütün doğallıkları ile güzeldi. Bunları allayıp pullamanın hiçbir getirisi olmayacaktı. O nedenle her defasında bu girişiminden tez elden vazgeçerdi.

Diyaribekir’de şairliği tutan Hançepekli bir Qırıx yüreğinde barındırdığı bastırılmış duyguları, değil Refik Bey, en usta şairin dahi dillendiremeyeceği bir ustalıkla şöyle dile getirir.

“Baxçalarda eluce

Gel yanıma bû gêce

Sen sator ol ben piçax

Oturax şerab içax

Adım Evdoş’tır benim

Qafam da xoştır benim

Gelen giden qarışi

Zar bextım reştır benim…”

Ya kocaman yaşlı başlı bir Diyaribekirlinin arsızlık yapan bir çocuğu korkutmak maksadı ile tehdit dolu sözlerine ne demeliydi.

“Lo sana diyem. Qewaşe. Bana qıllo pıllo etmeyesen. Kafamı da bozmayasın, seni pıx ederem ha…” Her defasında bunu duyduğu veya anımsadığı zaman, Refik Bey gök kubbede kendiliğinden yükselen kahkahalarını dizginlemekte zorlanırdı.

Her dilin bir insan olduğu söylenir. Her dil güzeldi, her dil lehçeleri ile birlikte güzellik ve aynı zamanda zenginlik demekti. Refik Bey belki çok ünlü değildi ama bu zenginliği özümsemiş bir şair olarak, kelimelerle ısıttığı yüreği ile çok mutluydu.

 

 

Amsterdam, 7 Eylül 2020

 


CHARLOTTE CAFE Annem, bildim bileli hasta, ömrü böyle geçti diyebilirim. Lakin bu kez hayli ilerlemiş olan yaşı ile artık uzatmaları oynuyo...